In 1980 werd de "The Wall"-tour van Pink Floyd gelanceerd, een baanbrekende reeks concerten die de grenzen van live optredens verlegde. De tour omvatte uitgebreide podiumontwerpen, waarbij de band tijdens het optreden letterlijk een muur op het podium bouwde. De muur zou uiteindelijk in een dramatische finale worden afgebroken, wat symbool stond voor het slechten van barrières. Deze theatrale benadering van liveconcerten zette een nieuwe standaard voor rockoptredens, met grootschalige rekwisieten, animaties en gesynchroniseerde lichteffecten. De "The Wall"-tour begon in Los Angeles en ging verder in grote steden in Noord-Amerika en Europa. De uitgebreide productie vereiste een aanzienlijke logistieke planning, wat leidde tot een beperkt aantal shows op elke locatie. Ondanks het succes van de tour zorgden de intense plannings- en productie-eisen voor extra stress onder de bandleden, wat de interne spanningen benadrukte die waren ontstaan tijdens het maken van het album. Dit jaar markeerde ook het voortgezette werk aan de verfilming van "The Wall", met regisseur Alan Parker en kunstenaar Gerald Scarfe. De film, uitgebracht in 1982, zou de thema's en beelden die in het album en de tour werden geïntroduceerd verder onderzoeken.