1984 was een jaar van grote veranderingen voor Pink Floyd, waarin Roger Waters aan een solocarrière begon en andere bandleden ook individuele projecten onderzochten. Deze verschuiving volgde op de release van "The Final Cut" en toenemende spanningen binnen de band. Waters bracht in april 1984 zijn debuut soloalbum uit, "The Pros and Cons of Hitch Hiking". Het album, conceptueel en verhalend, verkende het thema van een midlifecrisis door middel van een reeks dromen. Het kreeg gemengde recensies, waarbij sommige critici de verhalen waardeerden en anderen het overdreven complex vonden. David Gilmour bracht in maart 1984 ook zijn tweede soloalbum uit, "About Face". Dit album bevatte een meer rechtlijnige rockbenadering en omvatte samenwerkingen met andere artiesten. zoals Pete Townshend van The Who. Het werd goed ontvangen, met hits als "Blue Light" en "All Lovers Are Deranged." Gilmour's solotour om het album te promoten trok veel aandacht, wat aantoonde dat hij in staat was een solocarrière buiten Pink Floyd te voeren. Deze soloprojecten duidden op een verschuiving in de dynamiek van Pink Floyd, waarbij Waters zich concentreerde op zijn visie en Gilmour zijn creatieve pad verkende. Terwijl Pink Floyd als band op pauze bleef, benadrukten de solo-inspanningen de individuele talenten binnen de groep.